Die Italiaanse mannen …
‘Dit móet je trouwens proeven.’ Tess trekt me mee naar een kraampje dat verscholen staat tussen twee boetiekjes. Eigenlijk is het niet meer dan een inkeping met een plank ervoor tussen de winkels, maar mijn oog valt direct op de bak met romige substantie. Natuurlijk!
‘Oeh, Italiaans ijs,’ roep ik verrukt uit.
‘Nog beter.’ Tess kijkt me met glimmende ogen aan en draait zich om naar de slungelige puber achter de toonbank. ‘Vorrei due cannoli al cioccolato, per favore.’
Vol bewondering staar ik naar mijn zus. Ze is pas drie maanden in Italië maar spreekt de taal al best goed, terwijl ze zonder voorbereiding is vertrokken. Het was een impulsieve actie van haar om te reageren op de oproep voor een bruidsfotograaf in dit dorpje op Sicilië. Binnen een week hadden zij en haar vriend Stef gepakt en waren ze klaar om te gaan. Het avontuur tegemoet. Bewonderenswaardig, maar vooral compleet het tegenovergestelde van wat ik zou doen. Ik bedoel, je gaat toch niet zomaar in het buitenland werken zonder eerst minstens een jaar voorbereiding? Mijn leven bestaat uit plannen, voorbereiden en evalueren. En tot nu toe brengt me dat aardig wat. Ik heb een leuke baan als controller, een mooi appartement met passende hypotheek en genoeg tijd in mijn agenda voor vriendinnen. Maar ik ben hier pas twee dagen en ik snap helemaal waarom ze verliefd is geworden op dit dorp: de pittoreske stenen straatjes vol terrasjes en fleurige bloembakken, de oude bakkerswinkel op de hoek en de glooiende wijngaard op de heuvel boven ons. Het hele dorp ziet eruit alsof het rechtstreeks uit een reisbrochure is geplukt. En dan niet een voor groepsreizen voor ANWB-stellen maar een brochure over de best bewaarde Italiaanse geheimen zoals cantina’s die al generaties meegaan.
Ik schrik op uit mijn gemijmer als achter ons een donkere stem klinkt: ‘Mettilo per me, queste belle signore meritano di essere curate.’
Ik draai me nieuwsgierig om naar de man en mijn adem stokt. Zijn groene ogen ontmoeten de mijne en ik voel hoe het bloed langzaam naar mijn hoofd stijgt Er verandert iets in zijn blik als we elkaar kort aanstaren. Ik weet het meteen: dit is er zo eentje, een echte Italiaanse man.
Ondanks de warmte draagt hij een grijze nauwsluitende pantalon onder een witte blouse die, doordat de bovenste knoopjes open staan, een gebruinde borstkas met een bescheiden hoeveelheid borsthaar laat zien. Zijn jasje heeft hij nonchalant over zijn schouder geslagen. Zijn olijfgroene ogen vallen extra op door zijn gebruinde gezicht met een stevige kaaklijn en een lichte waas van stoppels. Zijn donkere haren zitten netjes achterover gekamd. Dan glimlacht hij naar me.
‘Non ho l’occasione così spesso in questo villaggio deserto di farti curare?’ Hij houdt zijn hoofd een beetje schuin, maar verbreekt ons oogcontact niet. Ik weet niet wie dit staarwedstijdje het langste kan volhouden of wanneer het vreemd wordt dat ik geen reactie geef – want ik heb werkelijk waar geen idee wat hij zojuist zei – , maar inmiddels voel ik dat mijn benen beginnen te slingeren als te lang doorgekookte pastaslierten. Ik houd me met een hand vast aan de toonbank en krijg het eindelijk voor elkaar om mijn blik los te maken van de knappe vreemdeling en kijk vragend mijn zus aan. Ze kijkt peinzend van de man naar mij en haalt dan haar schouders op. ‘Ja, sorry. Maar dat verstond ik dus ook niet.’
‘La prego, a spese del signore.’ De jongen achter de toonbank legt twee ronde wafels met een witte vulling voor ons neer op de balie. De uiteinden zijn besprenkeld met stukjes donkere chocolade.
Tess lijkt eindelijk te begrijpen wat er gebeurt. ‘Grazie, di che tipo. Appartenete alla festa di nozze?’
Ze werpt een glimlach naar de man en fluistert dan snel naar mij: ‘Hij trakteert ons. Hij hoort bij het bruidsgezelschap van morgen.’
‘Giusto, sono il fratello dello sposo. Non vedo l’ora di farlo, soprattutto ora che so che ci sono così belle signore in giro e non solo le mie vecchie zie.’ Hij knipoogt naar me en knikt dan naar de jongen achter de toonbank ten teken dat hij er ook één voor zichzelf wil bestellen. De jongen lijkt net zo onder de indruk als wij.
‘Nou eh … grazie!’ stamelt Tess en trekt mij snel mee, weg van de kraam en de liefde van mijn leven.
‘Wat zei hij nu als laatste?’ Ik veeg wat ricotta van mijn neus. Bij elke hap voel ik de romige kaas uit de koek barsten en Tess had gelijk, ik heb nog nooit zoiets goddelijks geproefd. We zitten op een bankje naast een fontein die helder water sproeit, een nieuwsgierige duif pikt wat kruimels rond mijn voeten. Ik denk aan de man van zojuist en in gedachten zie ik ons samen aan een tafeltje zitten, beiden slurpend aan het einde van een spaghettisliert à la Lady en de Vagebond. Mijn hart slaat een slag over bij alleen al de gedachte dat onze gezichten zo dicht bij elkaar zijn.
‘Nou, voor je compleet in katzwijm valt. Dat is dus de bruidegom van de bruiloft waar we morgen heen gaan.’
‘Ó.’ Mijn droombeeld spat bruut uiteen en ik laat teleurgesteld mijn schouders zakken.
Mijn zus fronst even. ‘Dit is wat ze doen, Tara. Die Italiaanse mannen …’
‘Toch jammer,’ mompel ik. ‘Ik zou toch zweren dat hij oprecht …’ Ik maak mijn zin niet af en neem nog een grote hap van mijn cannoli. Eerlijk gezegd word ik al een beetje misselijk – al weet ik niet zeker of het van de cannoli is of de gedachte dat mijn toekomstige aanstaande met een ander zou flirten -, maar het is te lekker om niet door te eten.
‘Ach, een vakantieliefde is toch niets voor jou. Dat kun je zo lastig plannen.’ Tess grinnikt. Ze heeft gelijk. Ik weet niet wat me meer overrompeld: deze donkere vreemdeling of het feit dat ik iemand tot de liefde van mijn leven bestempel zonder een duidelijke persoonlijkheidsanalyse, karaktertest en minstens tien afspraakjes om te vergelijken.
Tess staat op. ‘Kom, we gaan terug naar het huis. Ik moet me nog voorbereiden op de bruiloft morgen.’
Vanachter de tafel met een imposant opgestelde toren van champagneglazen kijk ik met gemengde gevoelens toe hoe het bruidspaar in elkaars armen op de rustige muziek van de celliste danst. De schemer is ingevallen en de prachtige versierde tuin vol lampjes en witte lelies oogt sprookjesachtig. De meeste gasten staan met een glimlach te kijken naar de eerste dans van het bruidspaar. Het bruidspaar zelf lijkt echter geen oog te hebben voor de gasten, enkel voor elkaar. Het is een intiem moment.
Een onrustig gevoel roert door mijn maag. Natuurlijk ziet het er superromantisch uit en eerlijk gezegd, ze lijken bijzonder verliefd op elkaar. Vreemd, want de waarheid is dat de bruidegom mij sinds onze korte ontmoeting gisteren, de hele dag heeft opgezocht en in de gaten gehouden. Nadat Tess vertelde dat hij degene was die het ja-woord vandaag ging geven, heb ik zijn heldergroene ogen en innemende glimlach direct uit mijn hoofd gezet. Maar hoe hij het voor elkaar kreeg, weet ik ook niet – je zou denken dat hij wel wat beters te doen heeft – , hij dook vandaag overal op waar ik ook was. Toen ik hielp met het in orde maken van de versieringen, kwam hij spontaan helpen. Zijn hand raakte zachtjes de mijne aan toen we allebei naar hetzelfde lint reikten en ik vervloek mezelf om de tintelingen die het teweeg bracht. Maar toen ik vervolgens expres naar de keuken ging – weg van hem!- om daar te helpen met de hapjes, dook hij even later ook daar op: hij sjouwde de kratjes vol vers fruit en andere ingrediënten terwijl zijn blik de mijne bleef doorboren gepaard aan een charmante glimlach en een onbetwiste flair van arrogantie.
‘Je ziet spoken,’ mompelde Tess eerder die middag terwijl ze de lens van haar camera schoonmaakte en nog er opnieuw doorheen keek. Het officiële gedeelte zat erop en ze bereidde zich voor op wat bruidsfoto’s tussen de wijnranken van het landgoed. Ik vertelde haar over mijn talloze toevallige ontmoetingen met de bruidegom vandaag. Tess kijkt me fronsend aan. ‘Wat een onzin. Hij is de hele dag druk met zijn verloofde. Heb je ze samen gezien? Het is toch het perfecte stel?’
Ik had ze inderdaad samen gezien. Met een knoop in mijn maag. De momenten dat ik ze samen zag, fluisterden ze elkaar lieve woordjes in de oren, hield hij haar hand vast en keek haar met zoveel adoratie aan, dat ik zelf ook haast begon te denken dat ik het me verbeeldde. Ik werd er zelfs een beetje onpasselijk van. Moest ik haar iets vertellen? En wat dan? Sorry meisje, maar dit ziet er allemaal heel verliefd uit, maar die vent van jou kijkt me de hele dag al verdacht diep in de ogen? Ik zucht. Dit slaat nergens op.
Misschien zie ik inderdaad spoken. Het zal de warmte wel zijn.
Ik loop weg van het tafereel en wandel naar het grote landhuis. Ik hoor de muziek van het feest wegebben en de lichtjes vervagen langzaam als ik de heuvel afloop. Ik blijf even staan en kijk uit over de diepgroene vallei. Boven het dorp hangt een gele gloed van de verlichting van de vele restaurantjes. Het is hier prachtig. Ik kan goed begrijpen waarom Tess hier voorlopig wil blijven. Ik sta nog wat te mijmeren, als ik plotseling voel dat er iemand achter me staat. Ik draai me om en staar in zijn heldergroene ogen.
‘Why do you avoid me?’ Met een zwaar Italiaans accent hoor ik de woorden uit zijn mond rollen en ik kijk hem verbijsterd aan. Hij kijkt onderzoekend terug. Een lichte frons tussen zijn donkere wenkbrauwen en een open vragende blik.
‘You speak English?’ Mijn verbazing over zijn Engels is een kort moment groter dan mijn irritatie over zijn schijnheilige vraag. Ik bedoel, waarom ik hem ontwijk, lijkt me nogal duidelijk toch?
‘Yes, but you not give me chance to speak with you …’ Hij trekt even een treurig gezicht en toont dan die oogverblindende glimlach opnieuw. Ik vervloek mezelf als mijn onderbuik juicht. Opeens buigt hij naar me toe en ik deins geschrokken achteruit.
‘Of course not,’ reageer ik met een boze ondertoon. ‘You’re married now. I really don’t understand why you are doing this …’ Ik schud mijn hoofd en kijk weer weg van zijn priemende ogen.
‘Wait, what?’ Ik hoor de verbazing in zijn stem. Het maakt me furieus. Waar haalt hij het lef vandaan om ook nog eens verbaasd te zijn over het feit dat ik geen echtbreker wil zijn. Ik weet wat ze zeggen over Italiaanse mannen, maar dit slaat werkelijk waar alles. Boos loop ik weg, maar op datzelfde moment voel ik dat hij naar me toe stapt en mijn hand vastpakt. Ik verlies mijn evenwicht door de plotselinge tegendruk en hij trekt me behendig naar zich toe. Ik wil me lostrekken, weglopen, maar iets in zijn geamuseerde blik houdt de mijne vast. We staan nu slechts een paar centimeter van elkaar verwijderd. Zijn warme handen omvatten de mijne en mijn hart bonst in mijn keel. Ik ruik zijn aftershave, vermengd met de geur van houtskool en wasmiddel van zijn nauwsluitende smoking.
In mijn hoofd is het oorlog. De aantrekkingskracht is onvermijdelijk. Mijn onderbuik trekt samen en mijn hart wil niets liever dan deze woest aantrekkelijke man langdurig zoenen en wellicht nog wel iets anders. Maar mijn geweten laat het niet toe. As if! Ik verbreek onze trance en kijk weg terwijl ik mijn handen probeer los te wrikken.
Hij houdt me echter des te steviger vast en kijkt me doordringend aan.
‘Silly woman. My brother is married today. My twinbrother.’ Hij maakt een gebaar naar het feest waar het tempo van de muziek inmiddels is verhoogd. Ik volg zijn hand en een moment staar ik verbijsterd naar de menigte die danst en lacht. Broer?
Dan kijk ik verbaasd naar hem op. ‘Your… brother?’
Hij glimlacht. ‘Yes, my brother, that other handsome guy. Now … ‘Hij zet nog een stap dichterbij.
‘Can I finally kiss you?’
Marijke Vos (1985) is social worker, tekstschrijver en feelgood-auteur. Eerder verschenen Ik kom je halen en Van Chanel naar flanel. Ze laat zich graag inspireren door mooie mannen, humor en natuurlijk Siciliaanse cannoli! Lees meer op www.marijkeswereld.nl