Afgelopen zondag was ik te gast als spreker op de Middag van het Liefdesboek in Het Nationaal Theater in Den Haag. Deze middag werd georganiseerd door literatuurcriticus en auteur Kees ’t Hart en kreeg veel aandacht in de media. Er verschenen artikelen in onder andere het NRC, De Volkskrant, Trouw, de Telegraaf en de VPRO boekengids. Ook radio 1 besteedde er aandacht aan. Ik was de derde spreker van die middag. Hans Jansen, redacteur Bouquet en Marjan Slob, filosofe en feministe, gingen me voor. Ik vond het vreselijk spannend om voor een zaal te spreken, maar toen ik werd gevraagd om te strijden tegen de vooroordelen die er zijn over ‘liefdesboeken’ kon ik niet anders dan ja zeggen. Ik deel graag met jullie mijn lezing van die middag, want ik denk dat er een belangrijke boodschap in schuilt. Ook raad ik je van harte aan om ‘Pleidooi voor Pulp’ te lezen, de essay geschreven door Kees ’t Hart, en de aanleiding voor deze middag. In Pleidooi voor Pulp zet Kees uiteen waarom de liefdesroman zo belangrijk is voor de algemene literatuur, waarom genieten van het lezen zo belangrijk is en hij roept zijn medeauteurs in de “literaire wereld” op om te stoppen met neerkijken op de boeken, de auteurs én de lezers ervan.
Dit was mijn lezing:
Wie ben ik?
Ik dacht, ik begin met mezelf voorstellen. Ik zag in de aankondiging van deze middag staan dat ik gerenommeerd schrijfster ben. Dan vond ik zo goed klinken, dat ik het hier graag nog even herhaal. Ik ben Marijke Vos en auteur van feelgoodromans, echte liefdesboeken dus, sinds 2019 bij Harper Collins Holland. Mijn eigen redacteur zit een paar bureaus van Hans verwijderd. Inmiddels heb ik 9 romans op mijn naam staan, waarvan 6 luchtige komische feelgood en recent 3 historische romans. Daarnaast schreef ik verschillende novelles, korte verhalen en een e-only serie genaamd De weddingplanner.
‘Een leuk niemendalletje voor tussendoor…’
Ik schrijf dus feelgoodromans. Of… als je het internet mag geloven: ‘Een leuk niemendalletje voor tussendoor…’
Een belediging verpakt in een compliment.
Goed, ik neem jullie even mee terug naar dinsdag 8 november, afgelopen jaar.
Een melding: Kees ’t Hart heeft je een mail gestuurd via je website.
Nieuwsgierig open ik de mail en lees vluchtig de inhoud. Een literatuurcriticus die een pleidooi wil houden voor liefdesboeken/feelgood boeken/bouquet? Oké, mijn interesse is gewekt. Kees adviseerde me redacteur Hans Jansen navraag te doen over hem en zijn project voordat ik iets zou beslissen, maar hij hoopte dat ik op zijn middag wilde komen om mee te praten over dit onderwerp dat hem aan het hart ging. Nou, dit onderwerp gaat mij ook aan het hart, dus Ik liet eerst weten dat ik graag mijn steentje bijdraag, en mailde daarna Hans pas om naar Kees te informeren. Gelukkig bleek Kees achteraf dus geen enge man te zijn.
‘Maar… wacht even… ik schrijf toch helemaal geen bouquet? Mijn boeken zijn wel wat anders dan bouquet?’
Nieuwsgierig las ik als eerste Pleidooi voor pulp om me voor te bereiden op deze middag, benieuwd wat Kees te vertellen had. Al snel kwam ik bij dit stukje:
“Met titels als Kwellend geheim,
Onmogelijke romance, Gered door de liefde, Betrapt in bed,
Flirten onder de sterren en Prille liefde. Met die mooie
kitschplaatjes voorop van een man en een vrouw in
close-up, of uitgelicht tegen de achtergrond van fraaie
landschappen, of op het bordes van een luxueuze villa,
of met op de achtergrond een onopgemaakt bed”
Ik stopte gealarmeerd met lezen en dacht: Maar… wacht even… ik schrijf toch helemaal geen bouquet? Mijn boeken zijn wel wat ánders dan bouquet?
En direct schrok ik van die gedachte. Ik hield mezelf een spiegel voor; bedoel ik met anders soms… béter? Dat was een schokkende realisatie. Daar sta ik dan, klaar om het strijdvaandel te hijsen op het slagveld der vooroordelen EN IK DOE HET ZELF OOK? Kijk ik zelf dan ook neer op bouquet?
Ik ging bij mezelf ten rade; ik moet eerlijk bekennen dat ik niet veel bouquet heb gelezen in mijn leven, het aantal is op één hand te tellen. Ik las er eentje toen ik enkele jaren geleden meedeed aan een wedstrijd voor bouquet – en won! Dat vergat ik dus daarstraks even te zeggen: ik heb ook een gepubliceerd bouquetverhaal op mijn naam staan, of ja… onder een pseudoniem. (die Hans eerder die middag tijdens zijn lezing feilloos ontmaskerde )
Even terug naar die belangrijke vraag: kijk ik dan zelf ook neer op Bouquet? Nee, gelukkig kan ik zeggen dat dat niet het geval is na flink wat interne reflectie. De bouquetboeken die ik heb gelezen waren prima om te lezen. Goed, misschien een tikkeltje onrealistisch: de hoofdpersoon werd immers na drie weken al ten huwelijk gevraagd en ik moest daar tien jaar op wachten. Maar… ik heb heus slechtere boeken gelezen in andere genres.
Het schrijven ervan vond ik zelfs erg leuk; hoe heerlijk is het om alle restricties los te laten en te schrijven over prinsen, kastelen en prachtige omgevingen? Maar waarom dook die gedachte dan direct bij me op? Dat antwoord vond ik interessant om toch te onderzoeken. Ik besefte al snel waarom ik niet in één adem genoemd wil worden met bouquet: Omdat ik bang ben voor het stigma. Bouquet? Daar wordt op neergekeken. En ik wil niet dat er neergekeken wordt op mijn boeken. Ik wil niet dat men hetzelfde over mijn boeken denkt als over bouquet, egoïstisch hè. Ik wil dat mijn boeken worden aangezien voor de kwaliteit die ze hebben. Voor het talent en de schrijftechnieken die ik beheers. En voor hetgeen dat ze met de lezer doen: meenemen in een andere wereld en raken: op welke manier dan ook.
‘Goh, hier zit ook echt een verhaal in.’
Ik mailde Kees in mijn eerste reactie al gekscherend dat ik denigrerende opmerkingen over mijn boeken spaar. Niet gelogen helaas. Ik wil er graag een aantal met jullie doornemen en – hopelijk – heel snel weerleggen. Zo krijg ik bijvoorbeeld bijzondere opmerkingen van collega-schrijvers…
‘Goh, hier zit ook echt een verhaal in.’
Dat zei een lid van het schrijfclubje waar ik al jaren lid van ben vol verbazing. Met een groepje schrijvers komen we maandelijks samen om ons werk te laten lezen, elkaar feedback te geven en te oefenen met technieken. Alle genres komen samen op zo’n avond. En dus ook alle vooroordelen. Want degene die die opmerking maakte was al sinds jaar en dag bezig met een literaire roman, die nergens het daglicht vond. Afwijzing op afwijzing incasseerde hij, terwijl hij hoofdschuddend luisterde als ik vertelde een nieuw contract te hebben getekend bij Harper Collins, een van de grootste uitgevers van Nederland. Ik vond dat maar lastig. Want… had ik niet aangetoond schrijftalent te hebben? Is een contract bij een grote uitgever niet een reden om op te houden met neerbuigend over mijn schijfsels te doen? Ik was er in het begin zelfs huiverig voor om een van mijn teksten te laten lezen, want… tja, wat zouden ze ervan vinden? Ik moest zowaar lachen toen hij na het lezen van een hoofdstuk uit een van mijn laatste boeken zei: ‘Goh, er zit ook echt een verháál in.’
‘Dat soort boeken verkopen we hier niet.‘
Maar ook in de boekenwereld zelf, kom ik regelmatig vooroordelen tegen. In oktober organiseerde ik samen met vier collega-auteurs ons eerste event voor feelgoodlezers. Voorafgaand aan ons event waren we uiteraard op zoek naar een geschikte locatie. We belden met een bekende grote boekhandel in Nederland en legden ons idee voor, juist omdat we beseffen hoe belangrijk boekhandels zijn. Het zou een toffe samenwerking kunnen worden. De reactie was letterlijk: “Sorry nee, daar komt geen kip op af en dat soort boeken verkopen we hier niet.’ Dat stak, want… we werden afgedaan als onbelangrijk, onbekend en onbeduidend. Au.
Zo jammer want we hadden er zeker samen met de boekhandel een hele gezellige middag van kunnen maken. We hadden uiteindelijk – op een andere locatie – een succesvol uitverkocht event met 75 lezers, een wachtlijst vol teleurstelde lezers die hopen dat we het komend jaar nog eens overdoen en bovendien verkochten we voor ruim 2500 euro aan boeken die middag. En ik vermoed zo dat de boekhandel die omzet vast ook heerlijk had gevonden!
‘Jouw feelgood roman lezen? Nee, sorry, ik zoek een boek met wat meer… inhoud.’
Ook lezers kunnen er wat van. In het najaar ging ik een aantal keer op pad om te signeren. In een van de boekhandels waar ik was, sprak ik een vrouw aan die tussen de boeken snuffelde, of ze misschien interesse had te horen waar mijn boek over ging.
‘Jouw feelgood roman lezen? Nee, sorry, ik zoek een boek met wat meer… inhoud.’
In juni 2022 kwam mijn zesde roman uit. Eens in je leven gaat over Holly, die haar wilde jaren achter zich heeft gelaten en een rustig leven als docent beeldende vorming leidt. Bovendien heeft ze sinds een halfjaar ook eindelijk haar geluk in de liefde gevonden: de charmante John, oftewel De Perfecte Verloofde. Totdat de trouwambtenaar bij het in ondertrouw gaan een grote verrassing heeft, waardoor alles in haar leven op losse schroeven komt te staan.
Want ze blijkt al getrouwd te zijn. Tien jaar geleden, in Las Vegas, met de laatste persoon die ze ooit nog zou willen zien. En nu moet ze terug om dat op te lossen…
Natuurlijk kan ik verder uitweiden waar dit verhaal verder over gaat, maar er is een reactie van lezeres Marloes die alles zegt wat je moet weten over dit boek:
“Dit is een fijn verhaal over liefde en een gebroken hart, familie en vriendschap, steun, trouw blijven aan jezelf en het heroverwegen van beslissingen. Een verhaal over zelfreflectie, intuïtie en je hart volgen, in het diepe durven springen, herinneringen, dromen en verwachtingen, vooroordelen en plezier. Een origineel verhaal vol humor, mooie levenslessen en overwegingen die je aan het denken zetten. Het heeft een mooie balans tussen luchtigheid en diepgang en is vrolijk, meeslepend en sfeervol”
Ik deelde deze tekst op mijn socials en grapte erbij: ‘mocht iemand nog eens vinden dat feelgood oppervlakkig is, moet je bij Marloes zijn.’ Marloes liet me daarop weten dat ze met liefde een knokploeg verzamelde voor eenieder die anders beweerde over feelgood en mijn boeken. Kijk, dat is het soort support dat je als auteur wil hebben.
En dan te bedenken dat mijn boeken op de middelbare school worden afgekeurd voor de leeslijst, want… het is geen literatuur, zeggen ze. Even terug naar die woorden van net – want ik kan er uiteraard geen genoeg van krijgen: Dit is een fijn verhaal over liefde en een gebroken hart, familie en vriendschap, trouw blijven aan jezelf en het heroverwegen van beslissingen. Een verhaal over zelfreflectie, intuïtie en je hart volgen, in het diepe durven springen, verwachtingen en vooroordelen.
Waarom zijn mijn boeken geen literatuur, als ze precies dezelfde thema’s behandelen, als de boeken in de Grote Literatuur. Zoals liefde en familie in de boeken van Joost Zwagerman of identiteit in Kafka. Ik doe het alleen op een toegankelijke, herkenbare en fijne manier. Zeg nou eerlijk: Is dat niet wat je jonge meiden wil leren? Als ik even uit mijn eigen ervaring mag spreken: ik had liever mijn eigen boek gelezen dan te lezen over Kafka die in een kever verandert (of hoe zat het nu ook alweer?) of Joost Zwagerman die er een dikke minnares op nahoudt. Dat is in ieder geval het enige wat me is bijgebleven van de boeken die ik tijdens mijn middelbare school tijd verplicht moest lezen. Het bleken niet bepaald levenslessen waar ik me daarna mee gered heb in het leven.
‘Heb je dan geen ambities om echte romans of literatuur te gaan schrijven?’
Ik kan niet echt goed onder woorden brengen wat die opmerking met me doet als auteur. Echte romans? Wat schrijf ik nu dan? Het zou eens afgelopen moeten zijn met dit soort opmerkingen en vooroordelen. Mijn boeken bevatten levensechte personages, een keur aan emoties en gaan over liefde, vriendschap, carrière en levenskeuzes. Mijn verhalen maken mensen aan het lachen, laten ze een traantje wegpinken, zorgen dat ze even helemaal kunnen ontspannen aan het echte leven en zorgen bovendien dat ze het boek met een goed gevoel en een grote glimlach dicht kunnen slaan. Ik heb de leukste lezers ooit, variërend van dertien jaar tot een vrouw van tachtig die me laatst mailde dat ze zo had genoten van de historische trilogie en zei dat ze hoopte nog veel van mijn boeken te kunnen lezen. Lezers die me door dik en dun steunen, dagelijks berichten sturen, prachtige foto’s maken van mijn boeken en me op de voet en vol ongeduld volgen om te horen wanneer er een nieuw boek uitkomt. Er zijn zelfs lezers die mijn boeken dubbel kopen: eentje om te lezen en eentje om in de kast mooi te staan wezen. Ik mag elke dag verdwijnen in een zelfgecreëerde wereld vol avonturen, reizen, charmante mannen en liefde door de eeuwen heen. Ik lig in alle boekhandels en mag – tegen alle verwachtingen in – schrijven inmiddels mijn beroep noemen.
Dus vertel me dan eens… Waarom zou ik in hemelsnaam iets anders willen schrijven?
Met dank aan Kees ’t Hart voor het organiseren van deze middag en natuurlijk voor het schrijven van Pleidooi voor Pulp. Meer lezen hierover? Dit zijn de artikelen die voorafgaand verschenen:
Potver Marijke, wat een prachtig pleidooi! Ben benieuwd hoe erop gereageerd werd?
We lezen bijna dagelijks hoe slecht het is gesteld met het leesniveau in Nederland. Maar inderdaad, waarom duwen we dan Kafka en consorten door de strotten van onze kinderen? Natuurlijk is het goed dat ze kennismaken met “de groten der aarde”, maar daarnaast willen we toch vooral dat mensen lezen. Omdat dat leuk is. En leerzaam, maar dat op een tweede of derde plan. Laten we dus vooral meer _leuke_ boeken schrijven. En de taboes daar vanaf halen. Ik begin:
Ik ben Marjolein en ik lees feelgoodromans.
Hoppa! Marijke for president 🤘🏻 dank voor de reminder dat wanneer je echt iets wil, er altijd een weg is!
[…] Goed, ik genoot dus van die middag en vooral van het enthousiasme van Marijke. En: van de vraag die ze zichzelf stelde toen ze werd uitgenodigd: ‘ik schrijf toch geen liefdesboeken?’ Dat was namelijk precies wat ik me afvroeg toen ik las dat Marijke ging spreken. Maar ja in een feelgood gaat het inderdaad ook wel echt om de liefde. En dus stond Marijke daar helemaal op de goede plek. Ook al omdat ze zelf te maken krijgt met dezelfde vooroordelen. Ze schreef er een ontzettend goed blog over – zeker even lezen! […]