Liever Kips leverworst! Dan gewone leverworst!

Dat deuntje gaat al dágen door mijn hoofd heen. En niet af en toe, maar onafgebroken. Al twee nachten lig ik er wakker van. Mijn hoofd stopt niet met denken en malen en de enige heldere gedachte die ik eruit gefilterd krijg is; Liever Kips leverworst, dan gewone leverworst. En ik zou het verschil niet eens weten. Tussen Kips leverworst en gewone leverworst. Ik vind leverworst eigenlijk altijd wel lekker (Sorry, Sonja). Dus. Waarom ik dít dan als de essentie van mijn huidige dagelijks leven moet onthouden?

Maar zo zijn er meer reclames die mij onnodig bij blijven. Zo kan ik op elk ongewenst moment een meezinger uit de reclames van Smiths inzetten (“Feestje voor Kééessje, ’t was één verráássing…” óf “Het is féést in de keuken! Hij was niet te vréten die brandnetelburger!). Bovendien doe ik daar vaak nog een soort van dansje bij. Daar heb ik trouwens ook geen controle over. Het komt gewoon mijn mond uit als verbale diarree. Dààg, Ik ben van de Duyvis en nou hóórt ik dat er hier een fuif is. Komt het gelegen dat ik éven de nieuwe borrelnoot promoot? Maar ik heb zélden écht een zakje nieuwe borrelnootjes bij. (Eh…nogmaals sorry, Sonja) Bovendien vraag ik regelmatig aan mensen in mijn omgeving hoe zij vandaag kippen: ‘Zeg, hoe kip jij vandaag?’

Theo Maassen benoemt de frustratie van Alles-Onthouden ook al eens in een van zijn shows. Ook hij dreunt met gemak verschillende slogans en liedjes uit reclames op. Ik zie hem nog met een onbewogen gezicht zingen “Sorbo hier! Sorbo daar! Sorbo is uw hulp in huis” En ik voel met hem mee. En wat mij nog meer irriteert dan die slapeloze nachten en ongewenste interrupties is dat ik alleen maar reclames in mijn hoofd heb van ongezonde snacks en etenswaar. Nooit roep ik eens  ‘Twee ons groenten en twee keer fruit!’.

En dus kan ik wel de conclusie trekken dat er iets gruwelijk mis gaat in reclamewereld. Waarom onthoud ik geen verschillende soorten liedjes over fruit? Waarom gooi ik er niet te pas en on te pas slogans over groente doorheen? Waarom? Wáárom?