Eigenlijk schaam ik me enorm en durf ik het helmaal niet toe te geven. Iemand als ik! Iemand die altijd iedereen verbetert in zijn taalgebruik, rapportages van collega’s heropent om spelfouten eruit te halen en last krijgt van spontane hoge bloeddruk bij de nieuwste taaltrends onder jongeren zoals ‘me moeder’, ‘me huiswerk’ en ‘me schoenen’. Aaaaah. Is er een dokter in de zaal?
Maar taalnazi als ik ben, betrap ik mezelf de laatste tijd op roekeloos praten. Levensgevaarlijk gedrag. Ik ben er ook niet trots op maar het overkomt me gewoon. Ik wil te veel vertellen, haal woorden door elkaar en focus niet meer op mijn taal. Het gebeurt. Woorden vliegen uit mijn mond als verbale diarree. Lui communiceren, roekeloos praten. En het is mis gegaan. Het is gruwelijk mis gegaan.
En het is gebeurd. Zomaar, zonder enig aankondigen, zonder enige waarschuwing. Het is me gewoon overkomen. En nu ga ik het toegeven aan de wereld; Ik heb ‘deze meisje’ gezegd. Echt waar. Ik begrijp het volledig als je nu weg klikt. Elk zelfrespecterend persoon die deze blog leest of überhaupt ‘leest’ weet dat ik nu écht een grens ben overgegaan. ‘Deze meisje’ is echt een brug te ver. Ga terug. Snel! Ik schrok er zelf ook van. Volgens ooggetuigen liep ik rood aan, wapperde met mijn handen – een duidelijk teken van paniek- en ben ik daarna als een dolle ‘DIT! DIT!’ gaan schreeuwen. Ik weet het zelf niet meer. Ik was in shock. Ik bén in shock.
En ik weet niet hoe het verder moet. Vanaf nu zal het taalkundig met me tot een nieuw dieptepunt gaan komen. Als ik dát kan zeggen, dan kan ik álles zeggen. Ik zie mezelf al als nieuwe sterspeler in de volgende New Kids film. Nou maak het allemaal nie meer uit, jonge! Of ik kan me terugtrekken in de kalmerende bergen van Tibet om daar de komende maanden in stilte mijn zonde te overdenken. En weer tot mezelf te komen. Dan maar helemaal niet meer praten. Al vrees ik voor het effect dat het zal hebben wanneer ik alle woorden die in mij opkomen opspaar. Ik zal daarna nog jaren in ballingschap moeten leven, in continu gesprek met mezelf. Wat me, eerlijk gezegd, ook doodvermoeiend lijkt.
Het beste lijkt me nu mijn oprechte spijt te betuigen. Echt waar. Het spijt me ENORM. En het zit me enorm dwars. En ik beloof het nóóit meer te doen. Nóóit of te nimmer! Mogen de taalgoden mij goed gezind zijn. Op mijn knieën. Spijt. Excuses. Sorry. Nóóit. Meer.
och Marieke…………;)
het zal wel zo zijn dat je het dialectetische van je medemens aan het onderzoeken was in heel je hoedanigheid als taalmonster.
Deez meske … zou daar een goed voorbeeld van kunnen zijn en dus is je slip of the tong vergeven hoor.
Cheerz