Sporten. Het is niet aan mij besteed. Tijdens de gymlessen vroeger niet maar alles wat ik daarna heb geprobeerd ook niet. Paardrijden, badminton, hardlopen, zwemmen en zumba. Nee, sorry. Leuk geprobeerd maar niet voor mij. Ik besteed mijn tijd voor liever op andere manieren. Maar ik kan er niet onderuit. Bij mijn nieuwe gezonde levensstijl vindt zelfs mijn diëtiste dat ik íets aan lichaamsbeweging moet doen. Om mijn spiermassa te vergroten. Persoonlijk vind ik massa al groot genoeg klinken maar terwijl ik nog sputterend protesteer dat ik héus wel eens fiets, laat ik mijn hoofd hangen en geef me gewonnen.
Mijn proefles yoga begint in een met kaarslicht verlichte ruimte met een laag dak met veel schrootjes. We moeten allemaal plaatsnemen op een matje en onze handdoek eroverheen spreiden. Handdoek? Ik kijk twijfelend om me heen. Die heb ik niet bij. Een teken wellicht, bedenk ik me achteraf. Een mevrouw begint direct tegen de lerares te praten over wat haar allemaal mankeert en wat ze allemaal vooral niet kan. Ze mag vooral ook niet vooroverbuigen. In verband met haar hoge bloeddruk. En als ze het heeft over een hoge bloeddruk, bedoelt ze ook een héle hoge bloeddruk. Ik trek één wenkbrauw op, kijk de vrouw even aan en vouw mezelf dan een een yoga-verantwoorde houding.
Dan gebeurt het. Vanaf het moment dat de lerares ons vraagt op onze ademhaling te letten, begint iedereen om mij heen opeens met Heel. Hard. Ademen. Voor mijn gevoel komt er om de paar seconden windkracht 12 voorbij vanuit verschillende richtingen. Terwijl ik, in opdracht, mijn ogen gesloten probeer te houden, hoor ik mensen inademen en dan Heel.Hard. Uitademen. Ik probeer een giechel te onderdrukken en focus me weer op mijn eigen gedachten. Die zouden leeg moeten zijn inmiddels, hoor ik. Snel maak ik nog even een mentale notitie voor het boodschappenlijstje, plan nog een afspraak in mijn werkagenda en bedenk me dan wat ik komend weekend ga doen. Ik word ruw uit mijn overpeinzingen gehaald door een krachtige uitademing van de man aan de andere kant van het zaaltje.
Terwijl ik mezelf in onmogelijke poses probeer te manoeuvreren, wordt uitgedaagd mijn buikspieren aan te spannen -geloof me nou, ik heb ze niet!-, en al trillend op een hand mijn heup drie millimeter van de grond getild krijg, hou ik zelf vooral mijn adem in om het überhaupt tot het einde van de les te volbrengen.
Aan het eind van de les houden we nog een grote ontspanningsoefening. We moeten ons voorstellen waar je behoefte aan hebt niet hier zijn-, dit in een kleur bedenken -regenboog met glittertjes!-, die kleur over de kamer verspreiden en dan inademen – proest, hoest….glitters lijken nu een slecht idee-. En weer begint het zaaltje collectief met Heel.Hard. Ademen. Nadat iedereen klaar is met ademen mag je, wanneer je daar behoefte aan hebt, nog iets over de les vertellen. Ik blijf zwijgzaam zitten terwijl ik een scherpe hoofdpijn voel opkomen en de toch al manke mevrouw begint te kwekken over hoe rustgevend ze de stem van de lerares vond, hoe fijn de les was en terwijl haar lippen heen en weer gaan onder de irritant geknipte bos peper-en-zoutkrullen, moet ik alles op alles zetten om niet Heel.Hard ‘HOU JE BEK!’ te schreeuwen richting onze krullebol. Hou je bek! HOU JE BEK!
Nee, ik kan niet zeggen dat ik deze yogales zo ontspannend vond.