Begin van het Jaar was ik op bezoek bij Lisanne, mijn redacteur. Het was een gezelligheidsbezoekje inclusief kind, want naast dat we fijn samenwerken vinden we elkaar ook gewoon leuk. Ze liet me haar verbouwing zien en benoemde terloops dat er op zolder wel eens gelogeerd werd na het boekenbal. ‘Oeh, het boekenbal,’ antwoordde ik op dromerige toon, waarop zij zei: ‘Ja, o, als het doorgaat dit jaar, krijg jij ook zeker een kaartje, hoor.’ De rest van het bezoekje luisterde ik nog maar met een half oor naar wat er gezegd werd, geen idee eigenlijk wat er nog is gebeurd vanaf dat moment. Mijn brein bleef ongelovig steken bij: boekenbal. Boekenbal. Boekenbal. Boekenbal. BOEKENBAL?! Want geef nou toe, het heeft iets magisch, dat boekenbal. Iedereen hoort erover, iedereen leest erover. Maar er daadwerkelijk heengaan, dat was enkel iets waar ik met mijn oud-collega’s soms gekscherend grapjes over maakte. Want misschien droomt (bijna) elke schrijver er wel van om ooit naar het boekenbal te mogen, maar om nu echt daadwerkelijk die uitnodiging in mijn mailbox te ontvangen, dat was toch wel even een dingetje.
De nacht is van de liefde en Marijke Vos, jij bent erbij!
Na honderduizend appjes in onze boekenbal-app waarin ieders outfit unaniem goedgekeurd diende te worden, een hotelreservering op kruipafstand van de locatie en oma gemobiliseerd als logeeradres voor Pippa, ging ik die vrijdagmiddag op pad. Ergens op een door Google goed beoordeelde carpoolplek (“Je kunt er parkeren, en weer wegrijden, helemaal top dus”) trof ik Lisette, zodat we samen hartje Amsterdam in konden rijden op zoek naar het hotel. Dat ging nagenoeg (echt, bijjjjjjna) vlekkeloos en al snel tooiden we onszelf in glitterjurken en scheidden onze wegen. Lisette ging naar het kantoor van LS voor een etentje (waar ze dus dankzij mij voor het eerst in haar leven OP TIJD was) en ik liep vanaf het hotel naar het Rembrandtplein waar ik mijn collega’s en het team van Harper Collins trof voor sushi. Ik had me voorgenomen netjes cola te drinken tijdens het eten, zodat ik niet ergens halverwege de avond al laveloos in de kroonluchters zou hangen. Dat voornemen sneuvelde welgeteld vijf minuten later toen we aan tafel gingen en de flessen wijn op tafel werden gezet. En toen er pornstar Martini werd geroepen bleek ik mijn ruggengraat überhaupt thuis te hebben gelaten. Hoe vaak Jacobine van de Hoek ook vroeg waar we het over hadden, het antwoord was steevast Bridgerton, Harry Mulisch bleek al 12 jaar dood en daarmee dus moeilijk op de foto vast te leggen die avond en nee, het is niet verstandig je hand in droog ijs te steken. Als ik niet heul heul graag naar het boekenbal had gewild, was mijn avond eigenlijk na dat etentje al compleet. Maar we verplaatsen onze gezelligheid gewoon naar de rij.
Het begon in de rij. Want naarmate de ingang dichterbij kwam, werd ik me steeds bewuster van de mensen op me heen. Nicolette Kluiver voor me. Bas Smit ernaast. En toen we de hoek omsloegen naar de ingang stond ik gewoon nonchalant naast Isa Hoes. (Nou ja, semi-nonchalant. Of ja. Lichtelijk hysterisch, maar dan intern, viel niet op). Eenmaal binnen raakte ik op magische wijze direct bijna iedereen kwijt, behalve Sjors, onze PR-manager. Samen besloten we een rondje door de nu al volle zaal te lopen, waar ik met hartkloppingen op bijna elke meter een andere BN’er zag. Gelukkig bleef ik kalm. Al kan het zijn dat Sjors gehoorbeschadiging heeft opgelopen op dat moment (OMG, RUUD DE WILD! OMG, ERIC CORTON, OMG, ANNA DRIJVER)
De rode loper liep ik mis, maar mijn rondje BN’er spotten (OMG, SERGIO VAN FIRST DATES, OMG, VICTOR REINIER, OMG, RAPPER DONNIE) was een snelcursus How-To-Stay-Cool, en na een uurtje kwam ik tot rust en ging ik samen met mijn collega’s los op de dansvloer. Er werd gedanst, er werd niet-zo-veel-gedronken-want-je-moest-ongeveer-een-eeuw-wachten-aan-de-bar-maar-we-klagen-niet-hoor, ik zag Kluun en zoende niet met hem en ergens in het holst van de nacht, kort nadat Jacobine van den Hoek haar kauwgom in het glas wijn van een mevrouw dumpte, hem er vervolgens met haar vingers weer uitviste en die mevrouw KWOAAD achterliet, liet ik me door Lisette overhalen om naar het hotel te gaan. Het magische woord was CHIPS.
En bijna een maand later denk ik nog met een grote glimlach terug aan die fantastische avond. Want OMG, ik was gewoon op het boekenbal. Legaal. Wat heb ik genoten en ik kan ook niet wachten om volgend jaar weer zo’n uitbundige personeelsfeestje te hebben 😉