‘Oo, wat ik nou toch weer heb meegemaakt…’
Als iemand dat tegen me zegt, zit ik altijd meteen al op het puntje van mijn stoel. Ik hou van verhalen. Goede verhalen, absurde verhalen, shockende verhalen. GIMME GIMME GIMME. Dus toen een goede vriendin deze woorden tegen me zei toen we eind van de zomer samen op het terras zaten, keek ik meteen op van mijn lunch. ‘O?’
Ze leunt heimelijk naar voren en kijkt me met grote ogen aan. ‘Ik dacht dat er ingebroken was.’
‘Niet!’ Geschokt kijk ik terug en ze begint te vertellen. Mijn vriendin woont sinds een tijdje in een chalet op een camping. De eerste keer dat ze me vertelde dat ze daar ging wonen, had ik even bedenkelijk gekeken. Ik had direct een beeld voor van een camping á la Zonnedauw uit Undercover, met louche stacaravans en even louche bewoners. Maar al voordat ik één stap in haar chalet had gezet, was ik ook verkocht. Het huisje ligt verscholen in het bos, aan de rand van een mooi natuurpark bij ons in de buurt en ze is er letterlijk omringd door de natuur. Het is klein, maar sfeervol ingericht: echt een plekje om je terug te trekken van de buitenwereld. En willen we dat eigenlijk niet allemaal?
Ze vertelt over de ravage in haar huis, haar schrik en het bezoek van de politie die sporenonderzoek kwam doen. Een knappe agent. Erg knap. En hij hield ook nog eens van planten. En deed ook nog eens leuk met de kinderen op de camping.
‘En toen?’ Ademloos luister ik terwijl de beelden in mijn hoofd zich ontrollen. Ik zie alles al als een film voor me.
‘Nou ja. Toen niks. Eekhoorntjes dus.’ Ze haalt haar schouders op en neemt een hap van haar broodje.
Eekhoorntjes?’ Ongelovig houd ik mijn vork in de lucht. ‘Grapje zeker.’
‘Nee,’ lacht ze. ‘Echt, die kunnen blijkbaar flink tekeer gaan. Maar goed, dat was dat…’
‘Ja, maar wacht even,’ sputter ik. ‘En die agent gaf je zijn nummer? Werknummer of… privé?’ Ik trek vragend mijn wenkbrauwen op. Dat klonk niet superprofessioneel misschien, maar hé, wél heel romantisch. En daar hou ik van.
Ze haalt somber haar schouders op en zucht. ‘Ja, privé volgens mij, maar hij is getrouwd. Echt. Hij had het de hele tijd over wij en we… ik ben daar zo klaar mee. Dus nee, ik doe er verder niets mee.’ Ze staart even voor zich uit, schudt dan haar hoofd en richt zich weer op mij. ‘Maar vertel, hoe is het met die kleine?’
Ik laat me even afleiden van het onderwerp (want hè, toevallig heb ik het leukste kind), maar achter in mijn hoofd blijven de radartjes draaien. Want wat als… wat als hij wél oprecht was geweest. Ik snapte mijn vriendin goed, ze had weinig geluk in de liefde en ik gunde het haar zo… Dan veer ik op: dat is het! Ik geef haar zelf dat gelukkig einde.
‘Mag ik je verhaal gebruiken?’ onderbreek ik haar midden in een zin over haar werk.
Vragend kijkt ze op.
‘Van die eekhoortjes? En die agent? Voor een verhaal?’ Ik kijk haar vast heel smekend aan, want ze schiet in de lach en knikt.
‘Ja, goed hoor.’
‘Perfect,’ glunder ik. ‘Ik geef je het allerleukste happy end. Want dat verdien je.’
En zo ontstond het verhaal van Eva en Stef uit De Eekhoorntjesaffaire. Als ik je gewoon had verteld dat het deels op de waarheid is gebaseerd, had je me vast niet geloofd. Want serieus, eekhoorntjes? Maar een deel van het verhaal is dus echt gebeurd: eekhoorntjes zijn echt tuig 😉 En kunnen blijkbaar een flinke ravage aanrichten als ze losgaan in je woonkamer. Dat is allemaal waargebeurd. En nu kruis ik al mijn vingers voor ook dat happy end in het echte leven…
En wat ze ervan vond?
De Eekhoorntjesaffaire lees je gratis in Kobo Plus of koop je voor 1,99 bij de bekende online boekhandels.