Met klotsende oksels arriveerde ik aan het begin van woensdagochtend op het schoolplein. Absoluut niet mijn natuurlijke habitat, daar schijnen doorgaans namelijk HEEL VEEL kinderen te komen. Ik klemde de boodschappentas met mijn schamele voorbereidingen nog even steviger vast en liep langs nog wat verdwaalde ouders naar de hoofdingang. ‘De schrijfster is er!’ gonsde het door de lege gangen. Een spannende manier om de Kinderboekenweek te starten. Niet alleen voor de kinderen.
‘Zou je in de boekenweek op de basisschool iets over het schrijverschap willen vertellen?’ Het berichtje kreeg ik tijdens mijn vakantie in Amerika. Ik dacht niet lang na over mijn reactie: ‘Wat leuk! Natuurlijk!’ We wisselden wat details uit en dat was dat.
Ik kwam terug van vakantie, stortte me op mijn deadlines, volle werkdagen en het oppakken van mijn sociale leven. Tot dinsdagavond. En ik tot mijn afschuw besefte dat ik de volgende dag voor zes verschillende klassen vol kinderen zou staan. En ik geen idee heb wat ze kunnen, snappen, willen, leuk vinden, stom vinden en wat er zou gebeuren als je ze met een stok port.
‘Bent u beroemd?’
‘Hoe oud bent u?’
‘Heeft u kinderen?’
‘Bent u getrouwd?’
‘Hoe oud is jouw vriend?’
‘Heb je een huisdier? ‘Mijn moeder is 39.’
En ik maar bang zijn dat ze geen vragen hadden. Vragen genoeg, in overvloed zelfs. Al waren ze misschíén niet allemaal even relevant… Maar in bijna elke klas vlogen de vingers al bij binnenkomst omhoog. Van mijn huisdier tot mijn bankrekening. Van mijn relatiestatus tot mijn sociale contacten. Maar gelukkig kwamen er ook ontzettend veel vragen over mijn boeken (‘O ja, die ken ik wel.’), mijn kinderboek in de maak (‘Komt u dan terug om voor te lezen? Neemt u dan de tekenaar ook mee?’), hoe een boek in de winkel komt (‘Ik denk dat u twee en een half uur doet over een boek schrijven.’), wat je als schrijver verdient (‘Wat is het duurste dat u ooit heeft gekocht?’), hoe je zelf een verhaal kan schrijven (‘Ik schrijf over de pinda die pindakaas wordt.’ – wat mij betreft nu al een bestseller trouwens) en luisterden ze (bijna allemaal) aandachtig naar mijn geïllustreerde uitleg over de weg van een idee tot aan de winkel.
En net toen ik de smaak te pakken kreeg, zat het erop. Zes keer twintig kinderen in één ochtend tijd. En ik heb het overleefd. Ik ga er vanuit dat er na deze ochtend binnen de volgende generatie een hele roedel geïnspireerde jonge schrijvers opstaat, die met weemoed nog eens terugdenken aan de zenuwachtige auteur in de klas.
En wil je mij ook op bezoek op jouw school? No worries, I’ll handle it like a pro!