Mayday, mayday! Collega in onderbroek te water!

Met een mengeling van afgrijzen, respect en hilariteit zie ik vanaf onze boot hoe mijn collega – in haar onderbroek – door de politieagent weinig charmant de boot in wordt gehesen.  Er klinkt gejuich vanaf de andere boot die een paar meter verderop dobbert. Mijn collega steekt triomfantelijk een arm in de lucht. Yes!

Oké. Nu vraag je je natuurlijk af wat er in godsnaam is gebeurd. Even terug naar het begin: ons informele teamuitje mogen we elk jaar zelf invullen. En na de traumatische kano-ervaring van twee jaar geleden, die qua teambuilding niet zo goed uitpakte, kozen we dit jaar voor elektrische bootjes in de Biesbosch. We troffen de beste dag van de week – de laatste mooie zomerdag-, vulden koelboxen met blikjes drinken, snoep en cake en gingen op pad.  Al vogelspottend en kletsend, voeren we in alle rust tussen de oevers van de Biesbosch. Af en toe wisselden we van kapitein en meerden we aan, maar het was vooral een relaxte middag vol lachende gezichten. Eindelijk wat anders dan de stress van kantoor. Totdat…

Ik zie het paaltje met de oranje driehoek dichterbij komen. Wat had die meneer van het verhuurbedrijf ook alweer gezegd? ‘Een oranje driehoek is gevaar, daarbij moet je uit de buurt blijven.’ Ik veer op en draai me om naar de enige mannelijke collega achter het roer. ‘Niet te dicht bij die…’ En plotseling liggen we stil. Mijn collega probeert met grote ogen nog om achteruit, vooruit en nog eens achteruit te gaan, maar het is overduidelijk. We zijn op een zandbank gevaren. En we komen met geen mogelijkheid meer los. Met een lichte hysterische ondertoon in mijn stem, hoor ik mezelf zeggen:  ‘En nu?’

Eerst seinen we onze collega’s op de andere boot. Misschien kunnen ze ons los trekken. Maar het angstaanjagende slome tempo van hun motor doet al meteen vermoeden dat het een onmogelijke opgave is. Bovendien zijn ze te druk met ons uitlachen. Op dat moment valt mijn oog op een politieboot die in de verte aan komt varen. We beginnen verwoed te zwaaien. En misschien heeft er iemand zelfs ‘help’ geroepen. Zou kunnen dat ik het was. Geen idee hoor.  Eerst kijken we toe hoe de agenten vriendelijk terug zwaaien, maar hun koers gewoon voortzetten. Pas als het geroep en gezwaai dwingender wordt, wijzigen ze hun koers en varen op ons af.

Resoluut gaan de mannen te werk. Ze binden onze boot vast aan die van hen en één van de agenten geeft voorzichtig gas. Afwachtend hou ik mijn adem in. ‘Ga eens allemaal voorin staan?’ Op een kluitje verplaatsen we ons door de boot. ‘Ga nu toch allemaal eens achterin staan?’ Als een kolonie pinguïns schommelen we nog wat heen en weer maar het is zinloos. ‘Dat worden natte voeten…’ zegt de agent berustend. En het duurt een paar seconden voordat ik tot mijn grote afschuw besef dat hij het niet over zijn eigen voeten heeft.

‘Oké,’ hoor ik een van mijn collega’s zeggen en zie hoe ze resoluut haar schoenen en broek uittrekt. Wanneer ik me omdraai zie ik ineens onze mannelijke collega in zijn boxershort van de boot afspringen. Een andere collega volgt, met kleren en al -‘Ik heb een string aan hoor, ik trek mijn broek niet uit’-  en ik twijfel. Ik wil best het water in, voor de kou ben ik niet bang, maar ik zie nergens een trappetje en vrees dat ik met mijn kippenkracht die boot nóóit meer inkom, als ik eenmaal het water ben ingesprongen. ‘Nou, kom op…’ zegt een vierde collega, die de vijftig al is gepasseerd. En hup, haar broek gaat uit en ze grijpt de reling vast. Nét op het moment dat ze over de reling wil klimmen, komt de boot in beweging door het duwen van de andere collega’s.  Op dat moment gaat alles heel snel. Ze twijfelt zichtbaar, maar is nu al zover over de reling dat ze niet meer terug kan. Met een paniekerige blik, één been ongemakkelijk over de reling en maaiende armen stort ze alsnog het water in terwijl een andere collega ‘WAT MOET IK DAN DOEN?’ gilt.

We hebben geen tijd om te lachen want direct dient het volgende probleem zich aan: de boot begint weg te drijven, maar nu met vier man minder. Onze mannelijke collega weet zich met verdachte souplesse terug op de boot te werken en dan kijken we een paar momenten in doodse stilte toe hoe de boot steeds verder wegdrijft van onze drie collega’s in onderbroek, die tot hun dijen in het water op de zandbank staan. ‘Help?’ roept er eentje.

De politieagenten – die eigenlijk net hun aftocht wilden blazen – besluiten gelukkig alsnog een reddingsactie in te zetten en koersen op de vrouwen af, die op het punt staan te gaan zwemmen, terwijl lachsalvo’s over het water schallen vanaf de andere boot. Oké, en stiekem ook vanaf onze eigen boot. Met een mengeling van afgrijzen, respect en hilariteit zie ik vanaf onze boot hoe mijn collega – in haar onderbroek – door de politieagent weinig charmant de boot in wordt gehesen.  Er klinkt gejuich vanaf de andere boot die een paar meter verderop dobbert. Mijn collega steekt triomfantelijk een arm in de lucht. Yes!

Even later worden ze netjes door de agenten weer afgezet bij onze boot. ‘Wanneer kunnen we het terugzien op youtube?’ grijnst één van de agenten. We bedanken ze en tuffen met gepaste spoed terug naar de haven.  Wanneer de man van de bootverhuur bij aankomst, ver na de afgesproken tijd, vraagt of alles goed is gegaan, mompelen we allemaal dat er geen bijzonderheden waren. Dat een collega een kletsnatte broek aan heeft is de normaalste zaak van de wereld, toch? En dat mijn make-up is uitgelopen omdat ik heb gehuild van het lachen valt gelukkig niet op.

What happens in the boat, stays in the boat. We hebben onze collega’s beloofd dat het nóóit op Youtube komt. Dus die overvloed aan foto’s en filmpjes , geschoten vanaf de andere boot, houden we voor onszelf. Maar niemand zei iets over een blog toch?

Dames en heer, jullie zijn helden!

 

Leave a Comment

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.